
Datakolonialisme
“Kepala Ketjoe. Kepala Ketjoe. Kepala Ketjoe.” Het jochie achter hem siste hem dit nu al een klein uur onophoudelijk toe. Op een goed moment was het genoeg. Hij draaide zich om en sloeg zijn lei zo hard op het hoofd van de boosdoener, dat het lijstje om zijn hoofd bleef hangen.

Kepala keju betekent: kaaskop. De driftkikker was mijn vader op zijn eerste schooldag, het enige blonde ventje in zijn klas op de kampong. Soerakarta 1930. Nederlands-Indië.
Indië was nog een kolonie van Nederland. Het telde destijds zestig miljoen inwoners. Oppervlakte: vijftig keer zo groot als Nederland. Wanneer je je verdiept in de geschiedenis van Indonesië dan is het verbazingwekkend dat ons kleine kikkerlandje, bij machte was om een van de grootste landen ter wereld te onderwerpen.
Toen de Hollanders in 1595 voor het eerst aanmeerden in Bantam (Java) trof Cornelis Houtman daar geen geïsoleerd primitief indianenvolk aan.
Door de gunstige ligging van de Indische archipel werd al eeuwenlang handel gedreven met India en China tot zelfs met Arabieren uit het Midden Oosten. De bevolking was gewend om zich op te houden met exoten. Er waren handelsposten en havens. De handelaren hadden godsdiensten geïmporteerd en tegen de tijd dat de Hollanders voet aan wal zetten, waren de Islam, het Boeddhisme en Hindoeïsme al diep verankerd. Bovendien waren de katholieke Portugezen hen voorgegaan en al tientallen jaren bezig om de lokale bevolking te kerstenen.

De Nederlanders breidden hun kleine handelsnederzetting in de 17e eeuw gestaag uit. Gedreven door winstbejag en met technologische superioriteit ten opzichte van de lokale bevolking. Omdat het belangrijkste kapitaal de grond was waarop specerijen verbouwd werden, was controle hierover van cruciaal belang. Met de kracht van het vuurwapen en slinkse verdeel-en-heers-strategie werd de lokale bevolking onderworpen.
Het land werd feitelijk bezet en met daarna zakelijke en doelmatig bestuurd. Handel was uitbuiting geworden. Kolonialisme.
Deze kolonisatie was geen nationale zaak. Dat wil zeggen: het was niet de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden dat als land de Indische Archipel bezette. Het was een bedrijf. De VOC: de Vereenigde Oostindische Companie. De VOC had één doel: winst maken voor haar aandeelhouders. Het bedrijf had een eigen oorlogsvloot, rechtspraak en sloeg op een goed moment een eigen munt.
Wij stonden daar overigens niet alleen in. De Britten deden dit ook met The English East India Company, die werd opgericht met een charter verleend door Elizabeth I op 31 december 1600. Dit werd gedaan voor de ‘Toename van onze scheepvaart en de bevordering van legaal verkeer ten voordele van onze gemeenschappelijke rijkdom’. Het bedrijf kreeg het handelsmonopolie in het gebied tussen Kaap de Goede Hoop op het zuidelijkste puntje van Afrika tot de Straat van Magellan in Zuid-Amerika. In deze enorme regio kreeg het bedrijf de jurisdictie van de mensen onder zijn bevel, het recht om een leger te hebben, het recht om oorlog te voeren en vrede te sluiten, om wetten te maken en recht te spreken, bolwerken en versterkingen op te richten, diplomatieke betrekkingen aan te gaan met lokale heersers, een eigen vlag te voeren. En ook: het recht een eigen munt te slaan. Corporate states dus.
Maar hoe kon een bedrijf als de VOC met nog geen 20.000 medewerkers, een land onderwerpen dat zich uitstrekt over een afstand vergelijkbaar met die van Ierland tot Kazachstan en van Finland tot aan de Middellandse Zee? De verklaring kan gevonden worden in het feit dat de Hollanders gecijferd en geletterd waren en de inlanders niet. We waren bij machte om de tastbare werkelijkheid te analyseren, te duiden en te beïnvloeden: we konden langetermijnplannen maken en deze ook goed met elkaar afstemmen. De Verlichting bracht ons kennis van de bouwstenen van de realiteit om grip te krijgen op de werkelijkheid: met cijfers en letters. Het feit dat wij beschikten over vuurwapens was daar slechts een logische consequentie van.
Onze geletterdheid en gecijferdheid gaf ons ook een superioriteitsgevoel ten opzichte van de inlanders. We zagen hen zeker niet als gelijken. Dat de winst ging ten koste van het welbevinden van de inlandse bevolking, was geen issue. Het waren wilden.
Samenvattend. Er is een bedrijf dat winst moet maken. Het bedrijf heeft rechten zoals alleen landen die hebben: wetgeving, rechtspraak en zelfs een eigen munt. Het bedrijf beschikt over dominante technologie. Het kan daardoor anderen onderwerpen, zich land toe-eigenen en dit stelselmatig exploiteren.
Tsja. Zo ging dat toen zal je denken. Maar dit speelt nu ook. Ook vandaag de dag hebben we te maken met corporate states en kolonialisme. Maar dat ga je pas zien als je het doorhebt.

Vergelijk de VOC eens met de grote databedrijven zoals Facebook, Google en Amazon. Om je een idee te geven: de omzet van het moederbedrijf van Google Alphabeth heeft een jaaromzet die groter is dan de begroting van de Europese Unie (165 miljard euro). Deze bedrijven zijn zo dominant dat zij hun eigen wetgeving (gebruiksvoorwaarden) kunnen opdringen en over de naleving ervan ook zelf kunnen oordelen (hou je aan de regels, of je account wordt gesloten). En ze zijn bezig met eigen valuta. Facebook zal in de loop van 2021 zijn eigen cryptomunt Diem lanceren. Het is een kwestie van tijd dat de andere Tech giganten zoals Amazon en Google dit voorbeeld volgen. Het zou niet de eerste keer zijn dat Google een markt met enige vertraging betreedt om deze vervolgens compleet te domineren.
De Tech giganten verdienen voornamelijk door het toepassen van een surveillance model: ze verdienen geld aan het verzamelen van gegevens van consumenten, burgers zoals jij en ik.
Door onze bewegingen (niet exclusief online) te volgen en daardoor veel van ons te weten te komen, kunnen ze op het juiste moment een passend aanbod presenteren. Het gemak dient de mens. Maar het is maar een klein stapje verder om onze persoonlijke internetbubbel te beïnvloeden en daarmee ons gemoed en gedrag te sturen. Het heeft overeenkomsten van het industrieel kolonialisme van het Britse rijk, waarbij de Indiase bevolking op een goed moment het industrieel gewoven katoen dat zij zelf verbouwd had, voor goud geld moest terugkopen van de Britten.
Surveillance kapitalisme dus. Maar deze term dekt eigenlijk niet de existentiële transitie die gaande is. Want deze gaat veel verder dan surveillance. Er is sprake van kolonisatie: datakolonisatie. Het surveillance verdienmodel is er slechts een exponent van.
Het concept van datakolonisatie is eigenlijk alleen te begrijpen wanneer je doorziet dat zich in een digitaal verbonden samenleving een parallelle werkelijkheid ontvouwt, die nog het beste te vergelijken is met Second Life.
In een digitaal verbonden samenleving ontstaat er van vrijwel iedere entiteit in de tastbare werkelijkheid een digitale antagonist. Dat geldt voor mensen met hun online profielen met zichtbare foto’s en verhalen maar ook met onzichtbare metadata in de parallelle werkelijkheid, die juist weer voor adverteerders waardevol zijn. En het geldt in toenemende mate voor objecten en apparaten: the Internet of Things. Je weet wel: die koelkast die binnenkort een pak melk bestelt, of de slimme thermostaat, waarmee je nu al op afstand de temperatuur regelt.

Ik sprak niet lang geleden een manager bij Microsoft die tijdens het gesprek plots zijn koffiemok oppakte en mij serieus aankeek en zei: “Het gaat er simpelweg om of op deze koffiemok zo meteen Windows of Android draait.” Een koffiemok.
Naast digitale entiteiten die als een schaduw zijn van fysieke personen, objecten of apparaten, ontstaan er ook virtuele entiteiten die in de tastbare werkelijkheid geen fysieke tegenvoeter hebben. Want in een digitale werkelijkheid kunnen zich holons vormen vanuit combinaties van elementen die in de tastbare werkelijkheid niet mogelijk zijn. We kennen bijvoorbeeld geen personae in de fysieke werkelijkheid met gemiddelde kenmerken, die en masse met subtiele impulsen een bepaalde richting opgestuurd kunnen worden. Maar in de digitale schaduwwereld zijn die er wel. En de beïnvloeding van deze personae heeft grote impact op het gedrag van mensen van vlees en bloed.
Er is dus een wisselwerking tussen de reële tastbare werkelijkheid en de digitale schaduwwereld. Met toenemende dataficering die op steeds meer domeinen gestalte krijgt, gaat deze wisselwerking een groeiende invloed op ons leven hebben.
We moeten ons realiseren dat vrijwel ieder maatschappelijk vraagstuk waar wij ons deze dagen voor gesteld zien, een immense datacomponent heeft. Er ontstaan virtuele stuwmeren van data waarin oplossingen en kansen verborgen liggen. Maar ook macht. Wie het eigendom en beheer heeft van de virtuele datastuwmeren, heeft ook in toenemende mate macht in de corresponderende fysieke werkelijkheid. Macht is in wezen niet goed of slecht. Echter, de geschiedenis wijst uit dat macht corrumpeert. Dus een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Net zoals de kolonisten van de VOC een voorsprong hadden door kennis van de bouwstenen van de fysieke werkelijkheid door deze te benaderen met cijfers en letters, zo hebben de grote Tech bedrijven een grote voorsprong door de kennis van de bouwstenen van de digitale werkelijkheid: data en algoritmes. Deze kloof in kennis werd duidelijk bij de openbare hoorzittingen waarbij het Amerikaanse Congres de oprichter van Facebook bevroeg. Het was bijna om te lachen, als het huilen niet eerder kwam.
In een digitaal verbonden samenleving is het van belang dat wij ons realiseren dat zich een virtuele werkelijkheid ontvouwt, die diep verbonden is met de dagelijkse realiteit.
Het is een beetje als het Wilde Westen: wie het eerste zijn vlag in de grond steekt, kan het gebied claimen. Of als Monopoly: wie als eerste op de Kalverstraat landt, kan daarna tot in lengte van dagen huur vragen aan een ieder die voorbij komt. In tegenstelling tot het Wilde Westen of de straten uit het spel Monopoly, zijn er geen fysieke grenzen in de schaduwwereld. Deze wereld ontvouwt zich met de snelheid van het licht en het is van het grootste belang dat wij hiervan kennisnemen, en de taal leren spreken van deze nieuwe dimensie: de taal van data, algoritmes en ongekende dynamiek. Laten we leren van onze geschiedenis en die van de Indische Archipel die ruim driehonderd jaar gebukt ging onder het juk van de hen die beter waren met cijfers en letters.
Wil je meer weten over wat dit betekent voor jou als professional overweeg dan de driedaagse Digitale Intelligentie voor leidinggevenden of word ColumbusCoach. Meer informatie hierover vind je op www.digitaleintelligentie.nl.